Criteria voor een sociale vaardigheidscursus

Herkent u vier of meer van onderstaande criteria bij een kind dan kan het volgen van een sociale vaardigheidscursus zinvol zijn:

  • Het kind heeft geen, of zeer wisselende vriendjes of vriendinnetjes.
  • Het kind wordt vaak geplaagd.
  • Het kind kan zich slecht verweren tegen leeftijdsgenoten.
  • Het kind heeft veel ruzie en vecht regelmatig.
  • Het kind conformeert zich sterk aan anderen en laat gemakkelijk over zich heenlopen.
  • Het kind heeft een zeer lage dunk van zichzelf.
  • Het kind speelt veel alleen.
  • Het kind gaat voornamelijk met jongere of oudere kinderen om.
  • Het kind staat bij spelletjes vrijwel altijd aan de kant.
  • Het kind gaat zelden of nooit met andere kinderen mee naar huis.
  • Het kind neemt zelden of nooit initiatief tot contact met leeftijdsgenoten.
  • Het kind doet zelden of nooit vrijwillig mee aan groepsactiviteiten.
  • Het kind wil zelden of nooit met schoolreisjes mee.
  • Het kind blijft vaak binnen in de schoolpauze.
  • Het kind geeft bij moeilijkheden vrijwel altijd andere kinderen de schuld.
  • Het kind doet wel aan bovengenoemde activiteiten mee, maar klaagt daarbij vaak over hoofdpijn, buikpijn, bibberen en andere psychosomatische klachten.
  • Het kind is in contacten met anderen steeds lichamelijk gespannen.